Als kunstliefhebbers extreem hoog opgeven over een bepaald kuntwerk of artiest word ik enigszins achterdochtig. Ook de trend dat kunstkijken een beleving of ervaring moet zijn, is niet aan mij besteed. Liever een beschouwende kijk op de zaken. Maar voor
‘Notra Dame du Haut’ maak ik een uitzondering.
Het is geen niche architectuur, maar een bouwwerk dat in alle kunsthistorische naslag-werken is opgenomen. Tijdens de kunstgeschiedenis-lessen was de kapel regelmatig onderwerp van gesprek. Het is de ‘lichtgoot’ tussen het dak en de muren geweest die de kapel op het wensenlijstje van de ‘ooit nog eens te bezoeken musea en gebouwen’ plaatste. ‘Je moet er voor omrijden’ werd er altijd in de geschiedenislessen bij gezegd. De Vogezen en de Jura worden meestal via Route du Soleil overgeslagen: te groen en dus te veel regen. Door de komst van een pup moesten wij vier jaar geleden onze vakantiebestemming wijzigen en dus kwam het er eindelijk van.
Het was een een druilige, grijze dag. Van de omgeving, die Le Corbusier aandachtig had bestudeerd voordat hij aan het ontwerp begon, was niets te zien. Toch verscheen het gebouw precies zoals het in alle lyrische beschrijvingen verwoord staat: eerst het dak, daarna de grote witte toren.
Het was prachtig. Eerst buiten, daarna binnen, de centrale ruimte, de verborgen gekleurde kapellen, alle hoeken en gaten bekijken, daarna weer naar buiten en nog eens drie keer rond. Ik ben niet vaak zo onder de indruk geweest. Je ziet er alleen bezoekers die ook omgereden zijn. Stil - het is tenslotte een kapel - alle ruimtes ervarend.
Kunst kun je inderdaad beleven, en je kunt er lyrisch van worden. Dus toch.
In de museumwinkel kocht ik een boekje. Want na de ervaring wil ik nog meer weten.
Na de Tweede Wereld oorlog was er hoefte aan normalisatie van verhoudingen. Le Corbusier had net de ‘Modular’ ontworpen en deze ‘menselijk maatvoering’ paste hij toe in het ontwerp. Hij verdiepte zich in de nieuwste bouwkundige technieken, stortte zich op de katholieke riten en bracht zijn ervaringen uit buitenlandse reizen in. Zo komt het dat je de Notra Dame vanuit verschillende perspectieven kunt bewonderen: wiskunde, bouwkunde, (kunst)geschiedenis of religieuze wetenschappen.
Ik vraag me vooral af hoe het kan dat een conservatief bolwerk als de katholieke kerk zo’n modern kunstwerk laat bouwen.
Voor het antoord citeer ik een passage uit het boek:
‘De kerk en de commissaris voor sacrale kunst, aangespoord door de Domicaanse fraters Regamey en Couturier, besloten een grootscheeps programmma van religieuze opbouw op gang brengen, in een geest van schepping, kunst en achitectuur. De oorlog had in Frankrijk bijna 2000 kerken verwoest. Dit was de kans om een beroep te doen op de in de kunst beroemdste kunstenaars en achitecten, want kunst kan een bekerende factor vomen, meende pater Couturier, die er voorts van overtuigd was dat bij een spirituele opleving ook een nieuwe vormlithurgie hoorde. Om zijn missie te vervullen had hij dus kunstenaars nodig, ook al waren dit dikwijls agnosten. ‘(...) het ideaal is natuurlijk altijd met genieen te werken die tegelijkertijd heiligen zijn. Maar in de huidige omstandigheden (...) menen we dat we ons voor het tot stand brengen van deze wedergeboorte, deze wederopstanding, beter kunnen wenden tot genieen zonder geloof dan tot gelovigen zonder talent’
Bron: Ronchamp, een kapel van licht, Yves Bouvier en Christophe Cousin.
Mooi woord ‘vormlithurgie’.
Ik kies deze passage niet zonder reden. Hier komen veel van mijn interesses samen. De kapel vertelt de relatie tussen geschiedenis, de staat van de maatschappij en de rol van de kunst.
Het bezoek aan Ronchamp heeft mij veel geleerd. Couturier had helemaal gelijk. Le Corbusier heeft een kerk, een kunstwerk gebouwd waar je gelovig kunt worden. Zelfs als je eigenlijk een nuchtere kennisverwerven wilt zijn....
Kommentare